“Road to Ukraine”

Douzelage Meerssen is weer veilig retour van “Road to Ukraine”

Ik zeg ‘veilig retour’. Wij wel. We zijn naar Oekraïne gereden en weer veilig thuisgekomen. Het was een heel avontuur, maar ons huis staat er nog gewoon. In Oekraïne is dat niet meer zo gewoon.

We zijn op 13 juni in twee prachtige Mercedes Sprinter-bussen vanuit Niederanven (Luxemburg) vertrokken. Daar in Niederanven heeft zich een klein wonder voltrokken toen burgemeester Fréd Ternes, én de eigenaar van het lokale vervoersbedrijf elkaar de hand schudden nadat er besloten was om niet één, maar twee bussen te schenken aan ‘onze’ stad in Oekraïne, KamjanetsPodilsky, gelegen in het Westen van Oekraïne.

Een schenking van de buitencategorie. Maar we zijn eveneens geraakt en verwarmd door de vele giften die het ons mogelijk hebben gemaakt om dit avontuur aan te gaan. Douzelage Europe haalde meer dan € 7.000 op via de diverse Douzelage-steden. In Meerssen is er door Douzelage-leden € 800 gedoneerd. Apotheek Philippe Verheij heeft belangeloos grote ladingen pijnstillers, verbandmiddelen en wat dies meer zij aan ons meegegeven en ook Wim Beeren die in het verleden veel werk heeft verzet voor de ‘Ambulance for Kosovo Foundation’ heeft ervoor gezorgd dat wij evacuatiestoelen, brandwonden behandelingssets en andere verbandmiddelen hebben kunnen meenemen. We zijn iedereen zeer dankbaar. En we hebben ter plekke gezien hoe belangrijk deze hulp is.

De tocht naar Oekraïne verliep eigenlijk vlekkeloos. Het klikte goed in het bonte gezelschap (Deense, Engelsman, Luxemburgers en twee dames uit Meerssen) en de bussen reden heerlijk. De dagen waren echter lang. Natuurlijk hebben we er geen rekening mee gehouden dat plaspauzes al snel een half uur kosten bij de tank aan de grote weg: “Jij nog koffie? Broodje? Ja, eigenlijk moet ik ook nog..”, waardoor we onze dagelijkse afstand met zeker twee uur zagen toenemen. Files en wegwerkzaamheden deden de rest. En wisten jullie dat Roemenië geen Schengenland is? Na zeker driekwartier bij de grens te hebben moeten wachten wisten wij het in ieder geval wel.

Door Roemenië rijden was een cadeautje, het schoot alleen niet op. We hebben zeker zeven uur gedaan over nog geen 400 kilometer: pittoreske dorpjes, heel veel orthodoxe kerkjes, karren met paard, broedende ooievaars op lantaarnpalen en heuvel op en heuvel af. Eindbestemming Siret (Douzelagestad) op nog geen kilometer van de grens met Oekraïne.

Op 16 juni om 7 uur in de ochtend rijden we naar de grens. Papieren in de aanslag. Vier uur en vele stempeltjes later rijden we eindelijk Oekraïne binnen.

Ergens in die vier uur op een saaie parkeerplaats in niemandsland denk ik opstandig: “Ze mogen daar wel héél erg blij zijn met die bussen plus inhoud!”

Maar als de officiële overdracht heeft plaatsgevonden en we op een heerlijke lunch worden getrakteerd,  de emotionele speeches elkaar in rap tempo opvolgen en de omhelzingen niet van de lucht zijn, heb ik mijn eerdere gedachte uiteraard weggegumd. Totaal niet op zijn plaats.

De PR-dame van de gemeente komt naast me zitten. Ze zegt in haar beste Engels dat haar man al vanaf het begin van de oorlog aan het front zit. Ze ziet hem misschien twee keer per jaar en dan maar heel eventjes. Ze schiet vol. En ik ook.

Ik realiseer me dat we op geen enkele manier ons kunnen voorstellen hoe het moet zijn om van de ene op de andere dag in een oorlogssituatie terecht te komen, waarbij je hele wereld op losse schroeven komt te staan.

Wanneer we ’s avonds weer bij de grens worden afgezet en te voet de grens overgaan, onze handen vol met giften , weten we dat we iets bijzonders hebben gedaan én hebben meegemaakt. Een druppel op een gloeiende plaat, maar toch.

Inmiddels krijgen we bijna dagelijks updates van de Douzelage-busjes via whatsapp. Ze rijden naar het front met voedsel en medicatie en halen de zwaargewonde

soldaten op, ze vervoeren kinderen, waarvan de vaders aan het front zijn of vermist, zodat deze kinderen even op adem mogen komen tijdens een gemeenschappelijk uitje. Ze worden ingezet als busvervoer voor ouderen of voor kinderen van en naar uit de grond gestampte schooltjes, omdat KamjanetsPodilsky nu eenmaal qua inwonersaantal drie keer groter is geworden sinds de oorlog is uitgebroken. En er is voor iedereen plek.

 

 

 

Op mijn eettafel staat een zeer dierbaar en bijzonder souvenir. Het is een 30 millimeter kogelhuls. Hoogstwaarschijnlijk Russisch. Het is door Oekraïense kinderen beschilderd in de kleuren van de Oekraïense vlag. Een mooie blauwe lucht met gele zon en daaronder een vrolijk geel veld vol bloemen. In de huls zitten gedroogde graanstengels. Het is een cadeau van de gouverneur aan mij. Op een verwrongen manier straalt het hoop uit in een krankzinnige wereld.

 

Annigje Kruytbosch